Maelson apotheek

Maelsonstraat 3 1624 NP Hoorn Tel:(0229) 208001

Medische Encyclopedie

Medische encyclopedie > Geneesmiddelen zoeken > Geneesmiddelen overzicht > amiloride met hydrochloorthiazide

Inhoud

amiloride met hydrochloorthiazide

Hydrochloorthiazide behoort tot de thiazide-plasmiddelen. Het voert overtollig vocht af en verlaagt de bloeddruk. Amiloride is een kaliumsparend plasmiddel. Het voorkomt kaliumtekort dat kan ontstaan door hydrochloorthiazide en versterkt enigszins het vochtafdrijvend effect.

Artsen schrijven de combinatie voor bij hoge bloeddruk, hartfalen en oedeem.

Wat doet amiloride met hydrochloorthiazide en waarbij gebruik ik het?

Hoge bloeddruk

Verschijnselen
Als de bloeddruk verhoogd is, stroomt het bloed te krachtig door de vaten. Dit is schadelijk voor de bloedvaten. Beschadigde bloedvaten geven kans op een beroerte (herseninfarct) en ernstige hartziekten.

Werking
Door dit medicijn scheiden de nieren meer zout uit. Het zout trekt het vocht mee. Hierdoor wordt het te veel aan vocht afgevoerd via de plas. U kunt dit merken doordat u misschien iets vaker moet plassen. Er blijft minder vocht achter in de bloedvaten. Hierdoor daalt de bloeddruk. Bij mensen die met dit medicijn hun bloeddruk hebben verlaagd, is de kans om aan een beroerte of aan een hartziekte te overlijden kleiner.

Artsen schrijven de combinatie met een kaliumsparend middel voor, als er een kans op een kaliumtekort bestaat. Dit is met name van belang voor mensen die digoxine gebruiken (een hartmiddel), hartritmestoornissen hebben. Of een andere hartziekte. Door een kaliumtekort kunnen namelijk bijwerkingen op het hart, zoals hartritmestoornissen, ontstaan.

Effect
Na drie tot zes weken werkt dit medicijn goed. Zelf merkt u niet veel van de bloeddrukverlagende werking van dit medicijn. U weet pas of het werkt bij een meting van uw bloeddruk. Toch is het belangrijk om dit middel elke dag in te nemen. Alleen dan kan het de hart- en bloedvaten zo goed mogelijk beschermen.

Lees meer over hoge bloeddruk . “

Hartfalen

Verschijnselen
Bij hartfalen (decompensatio cordis) is de pompkracht van het hart verzwakt. Het bloed wordt niet meer goed rondgepompt. U bent daardoor sneller moe en kunt last krijgen van vocht in de benen of achter de longen. U bent dan ook sneller benauwd. 

Oorzaak
Oorzaken voor hartfalen kunnen zijn een hoge bloeddruk die al lang bestaat, hartklepgebreken of vernauwing in de kransslagader. Ook hartritmestoornissen of een hartinfarct kunnen oorzaken zijn.

Werking
Door dit medicijn scheiden de nieren meer zout uit. Het zout trekt het vocht mee. Hierdoor wordt het te veel aan vocht afgevoerd via de plas. Door de afname van de hoeveelheid vocht in de bloedbaan hoeft het hart minder hard te werken. De pompkracht van het hart neemt daardoor toe. 

Ook door een zoutarm dieet te volgen, kunt u de hoeveelheid vocht in uw bloed laten dalen. Uw huisarts of diëtist kan u hierover adviseren.

Behandeling
Artsen schrijven dit medicijn voor als het hartfalen nog niet ernstig is. Of als de urinestroom niet te groot mag worden. Bijvoorbeeld bij mensen met een vergrote prostaat. In ernstiger gevallen schrijven artsen sterkere plasmiddelen zoals furosemide of bumetanide voor. Bij mensen met hartfalen, die met dit middel de pompkracht van hun hart hebben verbeterd, is de kans om aan een hartziekte te overlijden kleiner.

Artsen schrijven de combinatie met een kaliumsparend middel voor, als er een kans op een kaliumtekort bestaat. Dit is vooral belangrijk voor mensen die digoxine gebruiken (een hartmiddel), hartritmestoornissen hebben of een andere hartziekte. Door een kaliumtekort kunnen namelijk bijwerkingen op het hart, zoals hartritmestoornissen ontstaan.

Effect
Het vochtafdrijvend effect begint na één tot twee uur, is maximaal na ongeveer zes uur en kan tien tot twaalf uur duren. U merkt dat doordat u vaker moet plassen. Na drie tot zes weken is het volledige effect van dit medicijn bereikt. U merkt dan dat u minder last heeft van dikke enkels, benauwdheid en moeheid.

Lees meer over hartfalen . “

Oedeem

Verschijnselen
Bij een verminderde pompkracht van het hart (hartfalen), een verminderde nierwerking, levercirrose (een chronische leverziekte). Of het gebruik van sommige medicijnen, zoals bijnierschorshormonen of vrouwelijke geslachtshormonen, kan het lichaam vocht gaan vasthouden. Hierdoor ontstaan vochtophopingen, ofwel oedeem. Dit merkt u het eerst aan dikke enkels en voeten. Ook kan er vocht rond de longen blijven staan. U merkt dan dat u benauwd bent en sneller moe wordt.

Werking
Door dit middel scheiden de nieren meer zout uit. Het zout trekt het vocht mee. Hierdoor wordt het te veel aan vocht afgevoerd via de plas. U merkt dit doordat u vaker moet plassen. Hierdoor krimpt het oedeem en verdwijnen dikke enkels en voeten. Ook de benauwdheid neemt af. 

Ook door een zoutarm dieet te volgen kunt u de hoeveelheid vocht in uw bloed laten dalen. Uw huisarts of diëtist kan u hierover adviseren

Behandeling
Artsen schrijven de combinatie met een kaliumsparend middel voor, als er een kans op een kaliumtekort bestaat. Dit is vooral belangrijk voor mensen die digoxine gebruiken (een hartmiddel), hartritmestoornissen hebben of een andere hartziekte. Door een kaliumtekort kunnen namelijk bijwerkingen op het hart, zoals hartritmestoornissen ontstaan.

Effect
Het vochtafdrijvende effect begint na één tot twee uur en kan tien tot twaalf uur duren. Na drie tot zes weken werkt dit medicijn goed. U merkt dan dat u minder last heeft van dikke enkels, benauwdheid en moeheid.

Lees meer over oedeem . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • De eerste dagen van de behandeling duizeligheid, vooral bij het opstaan uit bed of uit een stoel.

    Dit gaat in het algemeen over als uw lichaam zich heeft ingesteld op de lagere bloeddruk (binnen enkele dagen tot weken). Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt het best dan even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, overgeven, diarree, buikpijn, verstopping, winderigheid en verminderde eetlust

    Meestal helpt het als u het medicijn met wat voedsel inneemt. Blijft u er ook na enige dagen last van houden? Neem dan contact op met uw arts.

  • Tekort aan natrium, een bepaalde stof in het bloed. U merkt dit het eerst aan plotselinge hevige vermoeidheid sufheid en verminderde eetlust. Als u last heeft van deze klachten, ga dan naar uw arts. Vrouwen en oudere mensen hebben hier meer kans op. Ook bij diarree of overgeven is de kans op een tekort aan natrium groter. Als u diarree heeft of veel moet overgeven, neem dan contact op met uw arts.

    Meestal ontstaat dit natriumtekort tijdens de eerste weken van het gebruik. Uw arts zal daarom vaak in het begin de hoeveelheid natrium in uw bloed controleren.

  • Hoofdpijn, vermoeidheid, spierkrampen, droge mond

    Deze bijwerkingen gaan meestal over als uw lichaam aan het medicijn gewend is. Als u na enkele weken nog steeds last hiervan heeft, raadpleeg dan uw arts.

  • Als u het syndroom van Sjögren heeft, een aandoening waarbij de slijmvliezen van onder andere ogen en mond droger zijn dan normaal: u kunt meer klachten krijgen.

    Dit middel vermindert de aanmaak van traanvocht en speeksel. Neem contact op met uw arts als u meer last heeft van oogirritatie of een droge mond. Mogelijk is een ander medicijn geschikter voor u.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, jeuk en galbulten. In zeldzame gevallen ontstaat er benauwdheid, flauwvallen of een ernstige huidafwijking.

    Stop dan met het gebruik en raadpleeg uw arts. Geef aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor amiloride met hydochloorthiazide. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Impotentie

    Dit komt door de lagere bloeddruk. Als u last heeft van deze bijwerking, vraag dan advies aan uw arts. Mogelijk moet de dosering aangepast worden, of is een ander medicijn meer geschikt voor u.

  • Als u diabetes mellitus heeft: u kunt een te hoog bloedglucose krijgen door dit medicijn. Controleer daarom vaker uw bloedglucose.

  • Dit medicijn kan de huid gevoeliger maken voor UV-licht (zon, zonnebank, UV-lamp). Blootstelling aan zonlicht, zelfs voor korte perioden, kan huiduitslag, jeuk, roodheid of andere verkleuring van de huid en ernstige verbranding door de zon geven. Ook heeft u hierdoor meer kans op huidkanker. Neem contact op met uw arts als u een verandering in uw huid opmerkt, bijvoorbeeld een nieuw knobbeltje op de huid (soms met een korstje) of als u al eerder huidkanker heeft gehad.
     

    Blijf daarom uit direct zonlicht, met name tussen 10:00 en 15:00 uur, draag beschermende kleding, waaronder hoed en zonnebril. Smeer een zonnebrandmiddel op met een hoge beschermingsfactor en ga niet onder de zonnebank. Als u een ernstige reactie op de zon krijgt, stop dan meteen het gebruik en neem contact op met uw arts.

  • Een verminderde nierwerking na het gebruik van meerdere maanden

    Meestal merkt u dit niet zelf op, maar via bloedonderzoek kan dit worden opgemerkt. Uw arts zal de nierwerking regelmatig controleren.

  • Ontsteking van de alvleesklier, galwegen of leveraandoeningen en bloedafwijkingen. Bij plotselinge hevige pijn in bovenbuik, geelzucht, onverklaarbare blauwe plekken, extreme vermoeidheid of keelpijn met koorts en blaren in de keel moet u direct een arts waarschuwen.

  • Stemmingsveranderingen, zoals depressie

     Als u dit merkt neem dan contact op met uw arts.

  • Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Vooral mensen met de aangeboren vorm van de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op. Gebruik dit medicijn NIET als u deze aangeboren hartritmestoornis heeft. 

    Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.

  • Longproblemen. Heeft u last van hoesten, bemoeilijkte ademhaling, pijn op de borst, koorts en koude rillingen? Neem dan contact op met uw arts.

  • Veranderingen in het gezichtsvermogen, doordat uw ogen aan het middel moeten wennen.

    Na een aantal weken zal uw gezichtsvermogen weer hersteld zijn. Als u hier veel last van heeft, overleg dan met uw arts.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik amiloride met hydrochloorthiazide gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • De hart- en vaatmiddelen van de groep ACE-remmers en de groep Angiotensine-II-blokkers. Hydrochloorthiazide versterkt de werking van deze medicijnen. Dit geldt alleen als u al hydrochloorthiazide met amiloride gebruikt en u krijgt daar nu een ACE-remmer of angiotensine-II-blokker bij. Vooral in het begin van de behandeling kunt u dan last krijgen van erge duizeligheid. U kunt hier iets tegen doen door het medicijn in te nemen voor het naar bed gaan. Als u ligt voelt u de duizeligheid minder. Soms raadt de arts aan om het plasmiddel twee of drie dagen te laten staan voordat u met een ACE-remmer begint. U heeft dan minder last van duizeligheid. Na twee of drie dagen gebruik van de ACE-remmer kunt u dan zonder problemen het plasmiddel weer gebruiken, als dat nodig is. Ook kan uw arts u aanraden de eerste dagen met een lage dosis ACE-remmer te beginnen en die na een paar dagen te verhogen.
  • Andere bloeddrukverlagende medicijnen. De bloeddruk kan te laag worden als u dit medicijn samen met andere bloeddrukverlagers gaat gebruiken. Uw arts houdt hier rekening mee en zal in het begin een lagere dosering voorschrijven. Al naar gelang het effect zal de arts de dosis geleidelijk verhogen.
  • De antibiotica co-trimoxazol (trimethoprim/sulfamethoxazol) en trimethoprim. De combinatie kan de hoeveelheid kalium in het bloed te hoog maken. U merkt dit aan een onregelmatige hartslag, gevoelloosheid of vreemd gevoel in de armen of benen, lusteloosheid, verwardheid en zwakte. Raadpleeg bij een of meer van deze verschijnselen uw arts. U kunt de combinatie veilig gebruiken als bij u regelmatig de hoeveelheid kalium in het bloed wordt gemeten.
  • Colestyramine, een cholesterolverlager. De werking van dit medicijn kan afnemen. Overleg hierover met uw arts. Mogelijk krijgt u een ander medicijn. Of controleert uw arts u extra. Moet u ze beide gebruiken? Zorg ervoor dat u dit medicijn minstens 4 uur vóór colestyramine inneemt.
  • Pijnstillers van het NSAID-type, zoals ibuprofen, naproxen of diclofenac. Deze pijnstillers kunnen het effect van dit medicijn verminderen. Gebruik deze pijnstillers daarom alleen als uw arts dit heeft geadviseerd of het heeft voorgeschreven. Merkt u bij gebruik van deze pijnstillers samen met amiloride en hydrochloorthiazide dat uw enkels of voeten dikker worden of bent u weer sneller kortademig? Neem dan contact op met uw arts.
  • Lithium, een middel tegen manische depressiviteit. Plasmiddelen kunnen de bijwerkingen van lithium versterken, zoals maagdarmklachten, trillen, spierzwakte, spiertrekkingen, duizeligheid, slaperigheid, sufheid, verwardheid, verminderde concentratie, moeite met lopen en spreken en epileptische aanvallen. Waarschuw meteen uw arts als u last krijgt van één van deze bijwerkingen. Uw arts moet het lithiumgehalte in het bloed regelmatig laten meten en de dosering eventueel aanpassen.
  • Middelen tegen epilepsie: carbamazepine, oxcarbazepine en de middelen tegen depressie citalopram, escitalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine, sertraline, venlafaxine en vortioxetine. Als u een van deze medicijnen samen met amiloride met hydrochloorthiazide gebruikt, heeft u de eerste weken een verhoogde kans op een tekort aan natrium in het bloed. U merkt dit soms aan plotselinge hevige vermoeidheid, sufheid en verminderde eetlust. Waarschuw dan meteen uw arts.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Ja, dat kan. Dit medicijn heeft geen invloed op hoe goed u kunt autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol kan de duizeligheid in het begin van de behandeling versterken. Probeer het drinken van alcohol eerst met mate uit. U kunt dan zelf inschatten of u hier veel last van krijgt. Als u dit medicijn gebruikt voor oedeem: overmatig alcoholgebruik kan klachten als benauwdheid en vocht vasthouden verergeren. In het algemeen is enkele keren per week een glas wijn geen probleem.

alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of binnenkort wilt worden. U zult (tijdelijk) moeten overstappen op een ander veilig medicijn.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk voor de baby is. Wel is bekend dat de hoeveelheid moedermelk door dit medicijn kan afnemen. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken. Of u kunt kunstvoeding geven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Wanneer? 
U kunt het medicijn het best ’s ochtends bij het ontbijt innemen. U heeft er dan het minst last van dat u misschien vaker moet plassen. Gebruikt u het medicijn twee keer per dag? Neem het dan ’s ochtends bij het ontbijt en niet later dan vier uur in de middags. Anders heeft u kans dat u ’s nachts uit bed moet om te plassen.

Hoe lang?

  • Hoge bloeddruk. Een behandeling voor hoge bloeddruk is meestal langdurig. Als dit medicijn goed bij u werkt, moet u dit medicijn waarschijnlijk uw leven lang gebruiken.
  • Oedeem. Hoe lang u dit medicijn moet gebruiken, hangt af van de oorzaak van het oedeem.
  • Hartfalen. Als u een verminderde hartwerking heeft (hartfalen) moet u het waarschijnlijk langdurig gebruiken.
Terug naar overzicht